Het idee van uitsterven is zorgwekkend. Het is moeilijk voor te stellen dat de gouden pad niet meer door Costa Rica springt of dat de West-Afrikaanse zwarte neushoorn niet meer bestaat. Dit laat zien hoe kwetsbaar het leven op aarde is. Terwijl we misschien door de zesde massa-uitsterving gaan, maken de verschillende schattingen van het aantal soorten dat we dagelijks verliezen (van 24 tot 150) het moeilijk om deze crisis te begrijpen en snel te reageren. Waarom lopen deze schattingen zo uiteen?
Het antwoord ligt in hoe moeilijk het is om uitstervingen te tellen en de methoden die wetenschappers gebruiken. Verschillende organisaties geven heel verschillende cijfers op basis van computermodellen en deskundige beoordelingen. Dit resulteert in schattingen die kunnen variëren van 24 tot 150 soorten die verdwijnen per dag. De gedocumenteerde uitstervingen, volgens de ‘International Union for the Conservation of Nature (IUCN)’, zijn veel lager, met slechts ongeveer 800 soorten die in de afgelopen 400 jaar als uitgestorven zijn geregistreerd. Deze verschillen komen door de strenge criteria om een soort als uitgestorven te verklaren en de grote onbekenden in de natuur. Terwijl gewervelde dieren zoals zoogdieren en vogels goed bestudeerd zijn en misschien 1 procent van de bekende soorten uitmaken, blijft de wereld van de ongewervelden grotendeels onbekend. Daardoor kunnen veel soorten onopgemerkt verdwijnen, wat leidt tot een onderschatting van gedocumenteerde uitstervingen.
Om deze kloof te overbruggen, gebruiken wetenschappers vaak schattingen. Wetenschappers hebben het verlies van geregistreerde gewervelde dieren gebruikt om te schatten dat de huidige uitstervingscijfers "tot 100 keer hoger" zijn dan het natuurlijke niveau. Claire Regnier richt zich op ongewervelden, vooral slakken, en suggereert dat misschien 130.000 soorten al zijn uitgestorven. Hoewel deze methoden inzichten bieden, hebben ze ook hun critici. Sommige wetenschappers waarschuwen tegen het toepassen van bevindingen van specifieke groepen, zoals slakken, op alle ongewervelden. Marien bioloog Mark Costello wijst erop dat veel ongewervelden, met name insecten, minder gevoelig kunnen zijn voor uitsterven vanwege hun brede verspreidingsmogelijkheden. Een belangrijke oorzaak van deze sombere voorspellingen is de soort-gebied relatie, die stelt dat verlies van leefgebied leidt tot evenredig verlies van soorten. Dit idee vormt de basis van deze sombere voorspellingen. Echter, ecologen hebben opgemerkt dat meer soorten overleven bij verlies van leefgebied, wat suggereert dat de natuur veerkrachtiger is. El Salvador en Puerto Rico, ondanks ernstige ontbossing, hebben het merendeel van hun bosvogels behouden, wat aangeeft dat soorten zich kunnen aanpassen of een toevluchtsoord kunnen vinden in verkleinde leefgebieden.
Het schatten van uitstervingscijfers wordt bemoeilijkt door de onzekerheid over het totale aantal soorten op aarde. Schattingen variëren van twee miljoen tot 100 miljoen, waarbij veel soorten mogelijk nog ontdekt moeten worden. Recente inspanningen om deze aantallen te verfijnen, zoals de aanzienlijke vermindering van het aantal bekende mariene soorten door het ‘World Register of Marine Species’ door dubbel tellen te elimineren, benadrukken de veranderlijkheid en moeilijkheid van biodiversiteitsbeoordelingen. Het debat over uitstervingscijfers is niet alleen academisch, maar is ook nodig voor effectieve natuurbeschermingsplannen. Zonder nauwkeurige basisgegevens wordt het meten van succes of falen van natuurbeschermingsinspanningen bijna onmogelijk. Ondanks de onzekerheden en uiteenlopende schattingen blijft de realiteit dat menselijke activiteiten soorten tot de rand van uitsterven drijven. Verlies van leefgebied, klimaatverandering en andere invloeden vormen grote bedreigingen voor de biodiversiteit. Terwijl wereldwijde uitstervingscijfers de krantenkoppen halen, kan het verlies van lokale biodiversiteit meer directe en diepgaande gevolgen hebben voor ecosystemen en de diensten die ze leveren. Uiteindelijk gaat het er niet om we nou 24 of 150 soorten per dag verliezen, de boodschap is: we moeten handelen.
Het begrijpen van de details achter deze cijfers kan ons helpen prioriteiten te stellen en effectieve natuurbeschermingsstrategieën te maken. De inzet is hoog, en elke soort die verloren gaat draagt bij aan het uit elkaar vallen van het ecosysteem dat alle wezens op aarde delen.
Bronvermelding:
Global extinction rates: Why do estimates vary so wildly? (n.d.-b). Yale E360. https://e360.yale.edu/features/global_extinction_rates_why_do_estimates_vary_so_wildly